Reactie Uslu (OCW) op rapport ‘Een bredere kijk op financiering’ van Cultuur+Ondernemen

28 februari 2023

Staatssecretaris Uslu (OCW) geeft haar reactie op het rapport 'Een bredere kijk op financiering' van Cultuur+Ondernemen, dat op 15 juni 2022 verscheen.

Zij doet dit op verzoek van de vaste Tweede Kamercommissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW). Het rapport is tot stand gekomen op basis rondetafelgesprekken die in april en mei 2022 door Cultuur+Ondernemen met de sector zijn gevoerd. De gesprekken gingen over de knelpunten en vraagstukken op het gebied van de financiering van de culturele en creatieve sector.

Uslu vat de belangrijkste problemen samen:

  • Er is een grote en structurele financieringsbehoefte in de sector, vooral in het ongesubsidieerde deel van de sector als het gaat om financiering voor innovatie en opschaling;
  • Een deel van de culturele en creatieve sector is gefinancierd op basis van subsidies en ondernemers kunnen de weg naar vernieuwende vormen van financiering niet vinden;
  • Het bestaand instrumentarium sluit niet altijd aan op de innovatieve manier van werken en organiseren in deze sector. Criteria van financiers staan de groei naar robuustheid en onafhankelijkheid van de sector in de weg;
  • Er is behoefte aan nieuwe, innovatieve manieren van financiering,eventueel sectorspecifiek, ook waar het gaat om verzekeringsachtige producten;
  • In de keten van idee tot realisatie van een productie zit het geld soms niet op de goede plek, waardoor geld niet altijd (op het juiste moment) op de plek komt waar het nodig is.

In de brief gaat ze in op sectorspecifiek instrumentarium, financiële innovaties uit andere sectoren, kennisdeling en de opbouw van eigen vermogen. “De toegang tot financiering is een belangrijke voorwaarde voor een toekomstbestendige sector. Het rapport van Cultuur+Ondernemen geeft een beeld van de financieringsvraagstukken in de culturele en creatieve sector. Het laat zien dat een deel van de knelpunten die de Raad voor Cultuur in 2019 signaleerde is opgelost, maar een ander deel nog steeds actueel is. Met mijn beleid beoog ik samen met het veld bij te dragen aan het oplossen van alle geconstateerde knelpunten. Ik neem dit onderwerp ook mee in de ontwikkeling van ons cultuurbestel.”