Verlenging van de BIS-periode 2021-2024 gaat niet door

20 oktober 2022

Verlenging van de BIS-periode 2021-2024 gaat niet door

De verlenging van de rijks cultuursubsidieperiode 2021-2024 (BIS) gaat niet door. Dat schrijft staatssecretaris Uslu (OCW) aan de Tweede Kamer.

Staatssecretaris Uslu belooft tegelijk een ‘relatief eenvoudige aanvraagronde‘ en een toekomstige herziening van het cultuurbestel. De voorwaarden voor de komende aanvraagronde blijven grotendeels hetzelfde.

Staatssecretaris Uslu belooft tegelijk een ‘relatief eenvoudige aanvraagronde‘ en een toekomstige herziening van het cultuurbestel. De voorwaarden voor de komende aanvraagronde blijven grotendeels hetzelfde.

De Raad voor Cultuur had zich in het advies ‘Beweging in het bestel’ aangegeven dat verlengen een goed idee zou zijn. De staatssecretaris kiest er voor om de zogenaamde cultuurnotaperiode niet te verlengen. Er komt voor de periode 2025-2028 een nieuwe aanvraagronde.

De staatssecretaris belooft te kijken hoe de administratieve lasten omlaag kunnen en gaat daarover in gesprek met de Raad voor Cultuur en de Rijkscultuurfondsen. Daarnaast wordt de procedure op dezelfde manier ingericht als de vorige keer voor de periode 2021-2024. Er komen geen andere functies in het bestel bij en er worden geen bestaande functies geschrapt. Ook de extra plekken (de zogenaamde B-lijst) die op basis van de toenmalige Kamerbehandeling alsnog voor vier jaar zijn gesubsidieerd, blijven behouden. De eerdere verruiming van het beschikbare budget van 25 miljoen euro per jaar, zal dus ook in de periode 2025 – 2028 gelden.

Door geen wijzigingen aan te brengen in de opzet van de BIS, wil Uslu het organisaties ‘zo makkelijk mogelijk maken’. De staatssecretaris geeft aan  dat ze bij verlenging  van de BIS-periode op juridische grenzen stuitte. Ze wijst onder meer op ‘het principe van gelijke toegang tot het (schaarse) goed van overheidssubsidies voor alle aanvragers’. Daarnaast heeft een aantal mede–subsidiërende overheden aangegeven niet aan te kunnen sluiten bij een verlenging van de subsidieperiode.

Uslu is wel van mening dat het huidige cultuurbestel niet meer goed aansluit bij de huidige ontwikkelingen in de sector. Daarom wil ze het bestel ‘kritisch tegen het licht houden, verbeteren en klaarmaken voor de toekomst’. Aandachtspunten zijn onder meer een betere samenwerking tussen de verschillende overheden en een betere aansluiting bij een nieuwe generatie makers, die vaak minder en losser georganiseerd is. Ook de ‘verwaterde afbakening’ tussen de BIS en de fondsen wil Uslu onderzoeken.

De Raad voor Cultuur heeft in zijn advies ‘Beweging in het bestel’ de hoofduitdagingen voor het bestel geschetst. De staatssecretaris vraagt de Raad die verder te concretiseren en hierover uiterlijk in het najaar van 2023 te adviseren.