Werkgever hoeft zwangerschapsverklaring niet meer te bewaren
10 oktober 2018
De bewaarplicht voor de zwangerschapsverklaring verschuift van de werkgever naar de werkneemster. Dat scheelt administratieve lasten voor de werkgever, zo staat in een nota van wijziging bij de Verzamelwet SZW 2019.
Op dit moment moet een werkgever een zwangerschapsverklaring bewaren voor een werkneemster die een zwangerschaps- en bevallingsuitkering van UWV krijgt. In de zwangerschapsverklaring bevestigt een arts of verloskundige dat de werkneemster zwanger is en staat de vermoedelijke bevallingsdatum in vermeld. Een werkgever moet de zwangerschapsverklaring tot uiterlijk een jaar na afloop van de uitkering bewaren voor eventuele controles van het UWV. Het plan is om die bewaarplicht voor de werkgever te schrappen. Hiervoor is een bepaling opgenomen in de Tweede Kamer Nota van Wijziging.
Werkneemster verantwoordelijk voor bewaren van verklaring
De wijziging houdt in dat niet de werkgever maar de werkneemster die in aanmerking wilt komen voor een uitkering in verband met de zwangerschap of de bevalling, zelf de zwangerschapsverklaring van de arts of de verloskundige bewaart. Op verzoek van de UWV moet de werkneemster dan de verklaring kunnen tonen. Minister Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid geeft in de toelichting op de wijziging dat dit enerzijds een administratieve lastenverlichting voor de3 werkgever betekent, en anderzijds dat de werkgever dit medische gegeven niet meer zelf hoeft te bewaren en daarvoor aan de AVG moet voldoen.