Eerste Kamer akkoord met wet die toegang met sneltest mogelijk maakt

De Eerste Kamer heeft ingestemd met de tijdelijke wet voor toegangstesten. De kabinetsplannen kregen na een debat dat tot na middernacht duurde de steun van een meerderheid in de senaat.

De Tweede Kamer stemde half mei al in met de wetten, waarin verplichte toegangstesten en de quarantaineplicht voor reizigers uit landen met een zeer hoog coronarisico zijn geregeld. Het kabinet moest zich inspannen om ook de Eerste Kamer te overtuigen. De PVV en de PvdA vinden dat de wet voor toegangstesten te veel ruimte laat voor interpretatie.

Mogelijkheid tot zelftesten
GroenLinks hielp het kabinet uiteindelijk aan een meerderheid, maar verbond daar wel voorwaarden aan. Zo moet de testwet losgekoppeld worden van de coronawet. Daarnaast wil de partij dat de maatregelen niet van kracht worden op plekken waar voldoende afstand houden mogelijk is (o.a. musea).

Verder heeft GroenLinks demissionair minister De Jonge gevraagd om zelftesten toe te staan in gebieden waar geen testlocatie in de buurt is. Het kabinet zegde eerder toe te onderzoeken of zelftesten ook voldoende zijn.

De wet is bedoeld om sectoren eerder te kunnen openen dan in de routekaart staat beschreven. Mensen moeten een negatieve testuitslag kunnen laten zien om toegang te krijgen tot bijvoorbeeld een popfestival.

De quarantainewet verplicht reizigers die in landen met een zeer hoog risico zijn geweest minstens vijf dagen binnen te blijven. Op de vijfde dag kunnen zij een coronatest doen. Zonder negatieve testuitslag duurt de quarantaine tien dagen.
Het kabinet wil daarmee voorkomen dat reizigers nieuwe virusmutaties mee de grens over nemen. Het RIVM en de ministeries van Buitenlandse Zaken en Volksgezondheid bepalen welke landen als hoogrisicogebied worden aangemerkt. Wie zich niet aan de wet houdt, riskeert een boete van € 435,-