Ook nieuw kabinet wil verschil vast en flex verkleinen
22 december 2021
De coaltiepartijen streven in het coalitieakkoord onder meer naar kleinere verschillen tussen vaste en flexibele contracten.
In vergelijking met het regeerakkoord in 2017 is het onderdeel arbeidsmarkt en inkomen een stuk minder gedetailleerd. Bij de presentatie van het akkoord gaven informateurs Remkes en Koolmees dan ook aan dat dit thema de komende tijd nog verder wordt uitgewerkt.
Er wachten hoe dan ook grote veranderingen. Bij het inrichten van de arbeidsmarkt van de toekomst vormen het rapport van de commissie-Borstlap en het hoofdstuk ‘Arbeidsmarkt, inkomensverdeling en gelijke kansen’ uit het advies van de Sociaal-Economische Raad (SER) de leidraad. Welke onderdelen van die adviezen worden overgenomen, is nog niet helder.
Betere regulering van flexibele arbeidsovereenkomsten
De coalitie maakt in ieder geval werk van het advies om de verschillen tussen vast en flex te verkleinen. In het akkoord staat dat te veel mensen in Nederland afhankelijk zijn van een tijdelijk contract en daardoor met onzekerheid te maken hebben. In lijn met het advies van de SER komen er daarom meer beperkingen voor het gebruik van oproepcontracten, uitzendovereenkomsten en tijdelijke arbeidsovereenkomsten. De SER adviseerde om oproepcontracten voor de meeste groepen werknemers af te schaffen, uitzendkrachten sneller recht te geven op een vast contract en de mogelijkheid tot herhaling van een keten van tijdelijke contracten te beëindigen. In het akkoord is niet duidelijk beschreven of het nieuwe kabinet precies deze maatregelen gaat nemen.
Interne flexibiliteit en wendbaarheid door deeltijd-WW
Tegelijkertijd moeten organisaties meer flexibiliteit krijgen met de invoering van een zogeheten deeltijd-WW. Het kabinet wil de uitwerking hiervan samen met de sociale partners oppakken. Een deeltijd-WW houdt in dat een werkgever onder omstandigheden werknemers minder uren kan laten werken en werknemers voor die uren een WW-uitkering kunnen ontvangen.