Zes vragen aan Bas de Wit van Paard over de Lul-Niet-Lollie
8 maart 2018
Vorige week berichtten we over het bestellen van Lul-Niet-Lollies. Bas de Wit van Paard in Den Haag heeft de lolly bedacht. We stelden hem zes vragen over het wat en waarom.
Wat is de Lul-Niet-Lollie?
De Lul-niet-Lollie is een lolly met op de folie een afbeelding die op luchtige wijze tot stilte maant. De lolly wordt bij sommige concerten op de bar gezet: wanneer je een biertje haalt kun je er gratis eentje meepakken als je last van luidruchtige buren hebt. Als vriendelijk gebaar kun je hun dan deze lolly aanbieden. Belangrijk is wel dat alle bezoekers van tevoren weten van het bestaan en het doel van de lolly. Bij de ingang van de zaal en op de bar zorgen we daarom dat uitleg van de lolly duidelijk zichtbaar is.
Waarom hebben jullie de Lul-Niet-Lollie bedacht?
Het publiek is bij sommige concerten soms zo luidruchtig dat het gepraat de muziek lijkt te overstemmen en zo het luisterplezier voor anderen verstoort. Het komt regelmatig voor dat zelfs artiesten zich afvragen wat er aan de hand is. Stiltebriefjes ophangen of zelf als politie rondlopen werkt niet voldoende. We zochten naar een manier om het publiek zelf een handvat te geven en zodoende de drempel om er wat van te zeggen te verlagen. Door het in een breed opgezette campagne te promoten wordt het doel duidelijker. Op deze manier kaart je bij een groter publiek aan dat kletsen overlast (kan) veroorzaken.
Wordt er echt meer door concerten gepraat dan 20 jaar geleden? Als iedereen het elkaar nazegt, wordt het vanzelf een probleem…
Hier is natuurlijk geen onderzoek naar gedaan. Misschien hadden we gewoon 20 jaar geleden al actiever moeten optreden? Het gaat er ook niet om hoe het wás, maar hoe het op dit moment ís: voor velen een grote irritatie. Dit merken we ook aan de brede, overwegend enthousiaste, respons. Ik denk ook dat de veranderde muziekconsumptie meespeelt: door de populariteit van streamen en playlisten zal, in vergelijking tot voorheen, een groter deel van het publiek alleen de bekende nummers kennen en bij minder bekende nummers sneller afgeleid zijn.
Is dit niet een vorm van betutteling? Een artiest moet toch gewoon op eigen kracht een zaal stil kunnen krijgen?
In een theaterzaal of een seated show zonder geloop of open bar gaat dit bijna vanzelf. In een concertzaal heerst echter een soort chaostheorie: de spanningsboog wordt gebouwd door de wisselwerking tussen artiest én publiek. In een ideale wereld zou een goed optreden inderdaad altijd onverdeelde aandacht moeten krijgen. Helaas komt het in de praktijk vaak voor dat het overgrote deel van het publiek aandachtig luistert en een in potentie geweldige show meemaakt, maar dat de spanningsboog toch gebroken wordt door een klein deel van het publiek dat hun aandacht ergens anders heeft.
Maar goed… de hamvraag: werkt het?
Wat campagne betreft, werkt het zeker: de aandacht die het genereert is enorm. Wat betreft de overlast krijgen we bijval uit allerlei hoeken. We zetten de lolly zelf selectief in en op die momenten lijkt iedereen ervan gehoord te hebben. Hij wordt graag meegenomen bij de bar. Soms voor de kids thuis maar meestal om daadwerkelijk in de zaal te gebruiken. In die gevallen zien we gewoon dat het echt werkt: het gros van de ‘praters’ heeft niet door dat ze 8 meter verderop nog te horen zijn en heeft slechts een kleine attendering nodig om het weekoverleg te stoppen en weer helemaal bij het concert te zijn.
Trouwens… je schrijft ‘lolly’ toch met een ‘y’ en niet met ‘ie’ op het eind?
Klopt, maar zo ziet het er gewoon leuker uit en wordt het iets meer een merknaam waar de taalpuristen nog eens over kunnen discussiëren. Had ik trouwens als gezegd dat het aardbeiensmaak is?